We're leaving on a jetplane
Blijf op de hoogte en volg Erik, Davina, Caye en Fiènne
14 Juni 2017 | Verenigde Staten, Glenwood Springs
Verheugd op een vleugje Indianen cultuur (Davina koopt in haar gedachte de souvenirwinkel al leeg), rijden we van Dubois naar Lander, dwars door Wind River Indian reservation. We betrappen ons erop dat we ieder moment jagende, met kleuren beschminckte indianen op paarden of wigwams met houtvuren in de grasvlaktes aan zullen treffen. Maar de tijd heeft inmiddels natuurlijk ook een flink modern sausje over de indianencultuur gegoten en de dorpen en steden lijken op elk andere stad in de VS. We vinden er zelfs verrassend veel "blanken" rondlopen.
Vooraf hadden we opgezocht wat we wilden zien dus we waren goed voorbereid. Tenminste, dat dachten we. Want al rijdend op de 'snelweg' zoeven we langs het wild horse sanctuary en belanden we in Lander in het museum of the American West, met als thema de pioniers die hier in de 19de eeuw naar toe kwamen rijden. Niets over indianen in ieder geval. De musea over de indianen blijken in een stadje eerder te staan, waar we net zo hard doorheen zijn gereden. Zucht.... We gaan niet meer terug rijden dus dan bewaren we het maar voor een volgende reis. Als troost speelt Caye met twee indianenmeisjes in de speeltuin en hebben we toch een beetje kunnen socializen met de locals ;-)
Met een kleine omweg rijden we naar South Pass City, een soort spookstadje bewaard gebleven uit de goudkoorts tijd (van 1867 tot ongeveer 1947 bewoond). De oude mijn is te bezoeken en het stadje heeft gebouwen, waaronder een hotel en een saloon, uit verschillende bouwjaren. Dit keer geen hoge entreebedragen, maar een schappelijk bedrag. De vriendelijke dame achter de kassa vraagt waar we hierna heen gaan. Farson, geven we aan en direct daar achteraan volgt "Gaan jullie daar ijs eten? Verder is daar niets." Even later raken we aan de praat met andere bezoekers en ook zij vragen ons waar we heen gaan. Wij geven weer aan dat we naar Farson gaan waarna de dame vraagt of we ijs gaan eten. Er is namelijk verder niets.
Een half uur later komen we in Farson aan. Het blijkt een plaatsje met 131 inwoners, een ijssalon en verder niets.... Ook niet de RV camping die we in een VVV boekje hadden gevonden. In het buurdorpje blijkt een RV site bij 'the saloon' te zijn, dus nadat we een ijsje eten (haal de 'je' er maar af) rijden we naar Eden. Bij de saloon kunnen we een plekje voor de nacht krijgen op het woonwagenkamp achter de bar. Het zou de woonwijk uit de Flodders kunnen zijn, maar wel zonder de chique villa's en met allemaal Flodders op een rij. We houden de ramen en deuren maar goed gesloten.
Vanuit Eden rijden we langs Rock Springs. Davina had gelezen over een omweg door een gebied waar wilde paarden lopen en op internet werd deze route hoog aangeprezen. Het blijkt een onverharde weg waar we in eerste instantie (wederom) voorbij zoeven. De weg zou 14 mile lang zijn, dus heel veel extra tijd hoeft deze route niet te kosten. Buiten wat overstekende fredjes en rennende pronghorn-hertjes, zijn de paarden in geen velden of wegen te bekennen. De weg lijkt eindeloos en nergens staat hoe we moeten rijden. Na meer dan een uur hobbelen, vragen we het ons toch af: Zijn we verdwaald? Google Maps biedt uitkomst en er is hoop. Een zijweg loopt naar Rock Springs, dus dat komt vast goed. De weg blijkt net zo onverhard en ook nog eens in een hoek van 45 graden naar beneden te lopen. Stuiterend en met samengeknepen billen stuurt Erik ons gevaarte de afgrond in. De uit het kastje stuiterende watermeloen geeft extra effect aan de spanning. Veilig en met rode wangetjes komen we beneden aan, precies bij een speeltuintje. Een mooie plek om even bij te komen (Caye blij, iedereen blij).
Het is tijd om Wyoming definitief te verlaten en we steken de staatsgrens naar Utah over. Nog even wat kleine feitjes over Wyoming. In de hele staat wonen 560.000 mensen en de hoofdstad, Cheyenne, is net iets groter dan Pijnacker. We zijn geregeld door plaatsen gereden met 50, 100 of net iets meer inwoners en zelfs een stad met 1 huis. De voornaamste inkomsten komen hier uit ranching en elke zichzelf respecterende stad van meer dan 1000 inwoners heeft minimaal een tuincentrum, bouwmarkt, stuk of 5 benzinestations, minimaal 6 fast food restaurants van verschillende ketens, postkantoor en grote supermarkt. Deze laatste is in Amerika al een belevenis op zich. We kunnen er zomaar een paar uur doorbrengen zonder dat we het door hebben. Dat komt niet alleen omdat het zo groot is en het leuk is om te kijken wat er allemaal te koop is, maar ook door de snelheid van de kassamedewerkers. Over het algemeen zijn dit mannen en vrouwen op leeftijd (lees hoog bejaard) die alle tijd van de wereld lijken te hebben. Tussen het scannen van de boodschappen door wordt met ons een praatje gemaakt over de artikelen op de band, waar we vandaan komen, waar we heen gaan en wat we allemaal al hebben gezien. Van multitasken hebben ze niet gehoord, dus het afrekenen duurt soms 15 minuten inclusief gratis tips en informatie, met Radar love van de Golden Earring over de supermarktspeakers op de achtergrond. Tussendoor gaan de boodschappen in slow motion netjes in plastic tasjes, een voor een want er moet goed gesorteerd worden (vlees bij vlees, brood bij brood). Van "nee bedankt, we hebben een camper" willen ze niets weten. Zo aan het einde van de reis hebben we een plastic-tassen-voorraad waar Greenpeace grijze haren van zou krijgen. We gebruiken ze maar als vuilniszak om nog een beetje te recyclen.
In Utah bezoeken we Vernal, het Dino-mekka van de VS en een (grote)jongensdroom die voor Erik uitkomt. Caye en Davina worden meegesleept naar het dino-museum en de dino-opgravingen (Dinosaur National monument). De hele regio ligt bezaaid met botten en nadat Caye ze even aandachtig bekijkt, is het tijd om te rennen. Gelukkig vond Davina het toch al niet enorm interessant en kan Erik rustig lezen over het verhaal van de prehistorische vondsten. Wanneer Erik uitgelezen en Caye weer gevangen is, vervolgen we onze weg naar Moab ofwel Arches NP. Veel toeristen combineren dit park op hun reis langs de Grand Canyon en Monument Valley. Dat betekent dat er voor ons geen RV park binnen 30 minuten rijden meer beschikbaar is en dat Arches NP afgeladen is met auto's en RV's. Het park is hoe dan ook de moeite waard en zelfs Caye zet zijn beste beentje voor en ontpopt zich zowaar tot een rotsklimmer zodat we na 60 meter klimmen uitzicht hebben op een van de stenen boogjes.
De temperatuur in Utah is opgelopen tot een zwetende 100 graden (38 graden Celsius) en de omgeving is een stuk droger. We zien zelfs cactussen en dat is echt wel even wat anders na dennenbomen tussen de sneeuw van slechts een paar dagen geleden. Ook is de fauna hier anders, althans dat denken we te zien aan de vele roadkills langs de weg zoals wasberen en stinkdieren. De locale gastronomie speelt er goed op in ("You kill it, we grill it").
Voor het eerst tijdens deze reis zetten we koers naar het oosten, richting Denver. We volgen de Colorado River slingerend tussen de prachtige rode rotsbergen door en belanden in Gand Junction, Colorado, waar de wind zo sterk is dat onze camper alle kanten op schudt. Caye houdt ons stevig vast, want anders waait hij er vandoor, maar zelf moeten wij ook aardig moeite doen om rechtop te blijven staan en het opwaaiende zand uit onze ogen te houden. Bij de mooie canyon van Colorado National monument blijven we maar goed bij de rand vandaan. Het zou niet best zijn als ze ons daar beneden moeten zoeken (er liggen daar waarschijnlijk nog wel veel dinobotten).
Voor het betere familie-vermaak brengen we de middag door bij BananaQ, een combinatie tussen een indoorspeeltuin en de kermis en daar dan de mindere versie van. Maar net genoeg voor Erik en Caye om een rondje te go-karten en voor Caye om aan zijn conditie en motoriek te werken op de springkussens.
's Nachts droomt Davina dat Caye in het ravijn valt en komt van schrik omhoog, met een grote knal stoot haar hoofd tegen het lage dak van de camper (auw).
De laatste dagen schieten voorbij en we zijn bijna aan het einde van deze reis. We hopen dat we onze tassen nog dicht krijgen en niet te veel overbagage hebben.
Met in ons hoofd de woorden van John Denver die, zo lezen we op Wikipedia, echt uit deze omgeving komt/kwam, rijden we richting de hoofdstad van Colorado. Met een tussenstop in de heetwaterbronnen van Glenwood Springs (zwembad en resort zijn gebouwd in 1888 en er zijn zeker nog wat verrimpelde overlevenden uit deze tijd in het zwembad te vinden), blikken we terug op een geslaagde reis door de immense Verenigde Staten van Amerika. We begrijpen best dat de Amerikanen trots zijn op hun land. Wat wij hebben gezien is prachtig mooi, divers, kleurrijk en indrukwekkend en maar een fractie van wat Amerika allemaal te bieden heeft.
De teller van onze camper staat inmiddels precies op 2500 mile ofwel 4000 km en het is nog 1,5 dag en 200 mile tot Denver. Vanuit Denver vliegen we naar Dallas om vervolgens zaterdag weer in Nederland te landen. We kijken erg uit naar de komende periode, want nog een paar weken en dan krijgen we de sleutels van ons nieuwe huis. Genoeg dus om ons op te focussen.
Bedankt voor jullie interesse en lieve reacties en tot de volgende reis!
-
14 Juni 2017 - 09:52
Nel:
We zijn blij dat het zo leuk is geweest en dat het allemaal goed is gegaan. Goeie reis terug en tot zaterdag ! -
14 Juni 2017 - 13:15
Dinka Van Der Zwan:
Spannende avonturen! We wensen de globetrotters een goede terugreis, liefs! -
14 Juni 2017 - 18:52
Anja Van Der Zwan:
Ach lieve cowgirl en cowboys, wat een mooi verslag weer! Bedankt hoor. Wel jammer van de indianen, maar jullie andere belevenissen zijn prachtig! Vooral de dino's, die vind ik minstens net zo interessant als Erik ze vindt! Ik wens jullie een hele goede thuisreis! Heel veel dank voor jullie mooie reisverslagen, ik heb er weer erg van genoten! Liefs, Anja.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley